zaterdag 17 december 2011

Heb je vragen, opmerkingen e.d?

Ik heb er eens over nagedacht, mij volgen in mijn blog en vervolgens reageren kan je soms uit privacy redenen misschien overwegen niet te doen.
Dit kan ik mij heel goed voorstellen.
Ik waardeer feedback, reactie's, vragen of opmerkingen enorm en geloof dat een gedachte uit het collectief een individu kan laten groeien.
Ik wil u/je daarom uitnodigen, wanneer deze behoefte er is, mij een mailtje te sturen!

estertennapel@gmail.com

en vertrouw erop dat dit met respect behandeld wordt.

Bedankt!

TOED Certificaat in the pocket!!

Gisteren heb ik mijn eindpresentatie gegeven net als mijn medestudenten.
Een spannende intensieve dag. Bijzondere en mooie mensen ontmoet waarvan ik een beetje ben gaan houden!
Dankbaar sluit ik deze periode af.
Mijn presentatie is goed gegaan. Reacties waren zeer positief en opvallend is dat iedereen in mij en mijn missie gelooft! Het voelt alsof het hoe dan ook komen gaat en dat ik mensen in mijn omgeving kan inspireren en een breder referentiekader kan bieden.
Mensen hebben mij bedankt voor mijn openheid en kwetsbaarheid maar ook voor mijn krachtige uitstraling.
Klasgenoten benoemden dat ik hun geïnspireerd heb hun misbruik verleden te erkennen en dit te betrekken in hun herstel. Wauw! Mooi om mensen op een positieve manier te besmetten!

Nu komt de tijd om mijzelf te presenteren in mijn werkveld. Een datum plannen en een presentatie geven aan het MT van Vitree.

Leuk ik heb ook al een aanbieding gehad en een belangrijke connectie aangeboden gekregen!
Spannend! maar first things first! :)

maandag 14 november 2011

in het NOS nieuws!



Geschokt
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten van Volksgezondheid heeft geschokt gereageerd op de onderzoeksresultaten. "Je kunt je niet voorstellen dat mensen elkaar dit aandoen, maar dit rapport is duidelijk. Er wordt misbruik gemaakt van de kwetsbaarheid van deze mensen, dat maakt het dubbel zo erg", zegt de bewindsvrouw.

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Veldhuijzen vandaag dat ze het seksuele misbruik verder wil tegen gaan. Het taboe over het onderwerp moet volgens haar worden doorbroken. Ook vind ze dat seksueel misbruik moet worden opgenomen in de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Door die code te hanteren kunnen professionals geweld in huiselijke kring eerder signaleren.

Recent onderzoek seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke handicap

Wat wij te weten zijn gekomen over seksueel misbruik bij
mensen met een verstandelijke beperking
We weten hoe veel mensen met een verstandelijke beperking
seksueel misbruik hebben meegemaakt.


  • Hoe veel? 6 van elke 10 vrouwen. Dat is meer dan de helft van de vrouwen. En  2 van elke 10 mannen. Dat is  een vijfde van de mannen.  
  • Vrouwen maken het vaker mee dan mannen. 
  • Mensen met een verstandelijke beperking maken het vaker mee dan mensen zonder beperking. 
  • Familieleden en begeleiders weten vaak niet of iemand seksueel misbruikt is. 

Wat wij te weten zijn gekomen over gevoelens?  
We weten hoe mensen met een beperking zich voelen als ze seksueel misbruik hebben meegemaakt. En we weten of mensen met een beperking erover praten.  
  • Mensen die seksueel misbruik hebben meegemaakt zijn vaak bang.  Of verdrietig. Of boos.  
  • De meeste mensen praten er over met iemand.  
  • De mensen met een verstandelijke beperking praten meestal met de begeleider. Of met hun moeder.  
  • Maar niet iedereen praat er over. 


Erover praten is beter. Wat vinden mensen met een verstandelijke beperking zelf 
  • Mensen met een verstandelijke beperking vinden dat erbeter opgelet moet worden. 
  • Zodat er geen seksueel misbruik meer kan gebeuren. 
  • Ze vinden dat je erover moet praten met iemand als je seksueel misbruik hebt meegemaakt. 
  • En dan moet die persoon je geloven.  
  • Ze vinden dat je voor jezelf moet opkomen. Dat je NEE kunt zeggen als je geen seks wil. 
  • Ze vinden dat je soms ook later nog hulp nodig hebt.
  • Seksueel misbruik is niet fijn. Het mag niet.  
  • Erover praten is best moeilijk.  
Gelukkig weet iedereen nu meer over seksueel misbruik.  
Dan kunnen mensen met een beperking beter hulp krijgen.

7.9 Gevolgen van seksueel geweld bij mensen met een verstandelijke beperking 
7.9. 1 Gevolgen: rapportage door mensen met een verstandelijke beperking 
De vrouwen voelden zich bang (51%), boos (49%) en/of verdrietig (36%) over wat er gebeurd was. Ook de mannen waren boos (44%), bang (32%) en verdrietig (16%). Een aanzienlijk deel van de respondenten (meer dan 40% van zowel mannen als vrouwen) geeft ook andere emoties aan, waaronder schaamte, geschrokken, rot, over de toeren, zenuwachtig, klote, ellendig, vies, naar, machteloos, afgewezen, schuldig, onzeker en niet veilig. Er is een klein aantal mensen dat geen negatieve emoties aangaf. Ze gaven aan dat ze er niet mee bezig waren of dat ze het meteen al naast zich neer hadden gelegd. Een klein deel had positieve emoties. Ze voelden zich goed, hadden ervan geleerd of voelden zich gesterkt. 
Tweederde van de vrouwen en ruim een kwart van de mannen had behoefte aan hulp, de helft van de mannen en 13% van de vrouwen niet. Ruim de helft van de vrouwen en een derde van de mannen heeft ook 
zorgcontact gehad. Bijna een derde van de vrouwen en 2 mannen die geen hulp hebben gekregen hadden daar wel behoefte aan.  Tweederde van de vrouwen en bijna alle mannen zeggen dat de hulp die ze gekregen hebben ook geholpen heeft (zie Tabel 7p in het tabellenboek). Op de open vraag waarom de hulp niet gebaat heeft lopen de antwoorden erg uiteen. Er zijn een paar respondenten die aangeven dat zij niet altijd geloofd worden door de groepsleiding, dat wordt erg vervelend gevonden. Daarnaast wordt gezegd dat er meer aandacht voor de cliënt moet zijn op het moment van onthullen, er moet goede hulp worden ingezet. Een respondent geeft aan dat hij of zij graag hulp had willen hebben om minder angstig te zijn. Een ander had graag meer de kans willen hebben om zijn  of haar verhaal te doen, deze respondent geeft aan dat de hulpverlening hem of haar niet goed liet uitpraten over zijn of haar gevoelens. Ook duurt het soms erg 
lang voordat er hulp komt of duurt de hulp niet lang genoeg, waardoor slachtoffers last blijven houden van het gebeurde.  Daarnaast kan het vervelend zijn dat cliënten (in een instelling) nog steeds geconfronteerd 
worden met de pleger.  

7.10 Wat kan de hulpverlening doen om seksueel geweld te voorkomen? 
7.10.1 De mening van mensen met een verstandelijke beperking over de hulpverlening 
Op de vraag ‘Vind jij dat de begeleiders of hulpverleners iets anders 
hadden moeten doen of zouden moeten doen?’ geeft een op de drie 
respondenten ‘nee’ aan. Door de rest worden verschillende dingen genoemd die anders hadden gemoeten, zoals: beter opletten/voorkomen dat het (nogmaals) gebeurt (de cliënt in bescherming nemen), de cliënt 
serieus nemen en de gelegenheid geven er over te praten, niets achter de rug van de cliënt om doen, adequate hulp inschakelen of doorverwijzen, ondersteuning geven bij het vinden van de juiste hulp (cliënten weten 
soms niet waar ze terecht kunnen), maatregelen treffen richting de pleger (van school sturen, waarschuwing geven/aanspreken op het gedrag).  

Op de antwoorden op de vraag wat begeleiders of hulpverleners zouden moeten zeggen tegen iemand die net zoiets als jou is overkomen komt vooral de behoefte van cliënten naar voren om vrijuit over datgene te 
kunnen praten wat hen overkomen is, zonder druk van de ander en op het tempo van het slachtoffer. Hulpverleners zouden moeten zeggen dat ze er (zoveel mogelijk) over moeten praten. Slachtoffers  willen heel graag dat een begeleider hen gelooft, goed luistert en meedenkt over hoe ze ermee om kunnen gaan of aangeeft waar ze terecht kunnen voor (specialistische) hulp. Het kan heel fijn zijn dat de hulpverlener aangeeft dat het niet meer zal gebeuren, dat ze gaan helpen en ingrijpen. Er mag echter geen druk zijn vanuit de begeleider om alles te vertellen of er iets mee te doen, de beslissing daartoe moet bij het slachtoffer blijven. Daarnaast merken respondenten op dat het belangrijk is om de cliënt  (emotioneel) te steunen, bijvoorbeeld door het slachtoffer te prijzen omdat hij of zij erover verteld heeft, door het slachtoffer vrij te pleiten van schuld, door angsten weg te nemen en door het slachtoffer te troosten (omhelzen of liefde te geven’).Daarnaast vertellen sommigen dat het slachtoffer duidelijk moet worden gemaakt dat het gedrag van de pleger niet hoort, dat ze hun grenzen mogen aangeven of zichzelf mogen verweren en aangifte kunnen doen.


7.10.2 De mening van ouders/verwanten over de hulpverlening 
Het aantal ouders/verwanten dat deze vraag heeft beantwoord is 59. De twee dingen die hierbij verreweg het meest genoemd worden zijn: goede voorlichting geven en alert zijn op signalen. Cliënten in instellingen moeten beter in de gaten gehouden worden en betere voorlichting krijgen. Voorlichting dient meer te behelzen dan alleen de lichamelijke ontwikkeling, het gaat ook over gevoelens, aanraken, omgaan met seksuele gevoelens, respect voor elkaar en aangeven en respecteren van grenzen. Er moet open en eerlijk over gesproken (kunnen) worden, aangepast aan het niveau van de cliënt. In gesprekken met begeleiders moet het thema regelmatig terugkomen. Daarnaast moet er beter opgelet worden, begeleiders moeten alerter zijn op ongewenst seksueel gedrag en dit beter leren herkennen. Bij signalen of vermoedens van seksueel misbruik moet er direct ingegrepen worden. Cliënten die er niet goed mee om kunnen gaan moeten geen mogelijkheden hebben om  het ongewenste seksuele gedrag te vertonen. Ongewenst seksueel gedrag (in de groep) moet niet genegeerd worden, maar er moeten sancties of berispingen volgen zodat iedereen weet wat mag en wat niet mag. Cliënten moet ook duidelijk worden gemaakt dat ze altijd bij anderen  terecht kunnen als ze iets naars hebben meegemaakt op seksueel gebied. Dat zij serieus genomen zullen worden en dat er adequate hulp of ondersteuning gezocht zal worden. Cliënten die niet weerbaar genoeg zijn  moeten beschermd worden. De controle binnen instellingen kan ook beter, bijvoorbeeld door camera’s op te hangen en medewerkers goed te screenen. Tot slot merken enkele respondenten op dat er voor cliënten die seksuele behoeften hebben ook een manier moet worden gevonden om deze  behoeften (op een goede manier) te vervullen. 


7.10.3 De mening van professional s over de hulpverlening 
Aan de professionals is de volgende vraag gesteld:  Stel u kon advies uitbrengen over maatregelen om seksueel geweld te voorkomen. Wat is/zijn volgens u de belangrijkste maatregelen? Hierop hebben 232 
professionals antwoord gegeven. In de antwoorden van de respondenten komt een aantal zaken veelvuldig terug. Ten eerste wordt veel gewezen op het geven van voorlichting, zowel aan cliënten, op school als aan medewerkers. Het onderwerp moet bespreekbaar worden gemaakt en vaker terugkomen in  gesprekken. Bij cliënten wordt de nadruk gelegd op het vergroten van de weerbaarheid en het leren (h)erkennen van eigen en andermans grenzen. Deze voorlichting zou al kunnen beginnen op de basisschool en het voortgezet (speciaal) onderwijs. Medewerkers moeten (verplicht) voorgelicht worden om zodoende beter signalen te kunnen herkennen. Hierdoor worden zij alerter en zal er eerder ingegrepen worden bij (vermoedens van) seksueel geweld. Ook openheid en het bespreekbaar maken van het onderwerp worden vaak 
genoemd, zowel tussen begeleiders en cliënten als intern. Medewerkers moeten de handvatten krijgen om seksualiteit met cliënten te bespreken. Het thema seksualiteit zou een vast of terugkerend onderwerp moeten zijn in gesprekken met cliënten, zodat de drempel om erover te praten verlaagd wordt. Intern geldt hetzelfde. Het onderwerp zou regelmatig terug moeten komen in teamvergaderingen en een vast onderdeel moeten zijn van behandel) of zorgplannen.  Duidelijke richtlijnen en protocollen waar alle medewerkers van op de hoogtezijn kunnen  hierbij ondersteunend werken. Sommige respondenten wijzen op de aanwezigheid 
van een meldpunt en een meldingsplicht bij (vermoedens van) seksueel misbruik. Er dienen vertrouwenspersonen te zijn voor de cliënt en de cliënt moet deze ook weten te vinden. Daarnaast geven een aantalbegeleiders aan dat cliënten beter beschermd moeten worden. Bijvoorbeeld door betere controle, meer toezicht of  begeleiding en door medewerkers beter te screenen (verplichte Verklaring omtrent Gedrag). 
Daarnaast zou het kunnen helpen als er korte lijnen zijn met andere (gespecialiseerde) professionals of de politie. In  het geval van seksueel misbruik dient er adequaat ingegrepen te worden en moet er goede nazorg 
te zijn.

10.4 Beleid 
Praten met en voorlichting aan cliënten gebeurt in de meeste organisaties wel. We weten op basis van onze resultaten echter niet wat de kwaliteit daarvan is, hoe de voorlichting gegeven wordt en hoe vaak. Zoals eerder aangegeven is dat wel van belang. In hoofdstuk 4 kwam naar voren dat het belang van openheid over seksualiteit en seksueel geweld wel gedeeld wordt in instellingen, maar dat het veel professionals nog vaak moeite kost om die openheid in praktijk te brengen. Daarnaast is voorlichting en training voor medewerkers ten aanzien van seksueel  grensoverschrijdend gedrag en de gevolgen daarvan geen gemeengoed.  
In de zorgplannen wordt over het algemeen aandacht  besteed aan seksualiteit, met name in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking; in de zorg voor mensen met een lichamelijke beperking gebeurt 
dat minder, maar daar is het wellicht ook minder opportuun. Daarentegen zegt rond de helft van de professionals in zowel de lichamelijk) als de verstandelijk gehandicaptenzorg dat in de zorgplannen geen aandacht is voor ervaringen met seksueel geweld.  Of er beleid is en hoe dat beleid eruit zou moeten  zien weten de respondenten niet altijd. Ook weet een belangrijk deel niet of beleid ook in de praktijk wordt gebracht. Het vooronderzoek liet zien dat er ten aanzien van visie, beleid en praktijk grote diversiteit bestaat, zowel tussen instellingen als daarbinnen. 
Een heldere visie, implementatie van beleid en inbedding van het thema seksualiteit in de dagelijkse praktijk wordt van groot belang geacht.  Het formele beleid ten aanzien van seksueel geweld, in de zin van 
meldpunt en klachtenregeling, lijkt in de meeste organisaties in orde. Bijna overal is een klachtenregeling en vertrouwenspersoon. Er is meestal een meldpunt, maar de professionals weten vaak niet of de cliënten dat 
weten. Bijna de helft van de professionals in de lichamelijk)gehandicaptenzorg en ruim een derde van de professionals in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking hoefde geen VOG te overleggen, 
maar op basis van onze gegevens weten we niet of ze dat sinds 2007, toen de VOG verplicht werd, met terugwerkende kracht alsnog moesten doen.  De preventie van seksueel geweld wordt over het algemeen binnen de organisatie belangrijk gevonden. Seksueel geweld is geen regelmatig thema binnen overleggen, maar dat vinden de respondenten geen probleem.

Dit zijn fragmenten ( gericht op mensen met een verstandelijke beperking) uit het onderzoek van: 
 Movisie en Rutgers WPF in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid. 2011

dinsdag 11 oktober 2011

Seksueel misbruik beschadigt het brein


Seksueel misbruik laat littekens na in het zich ontwikkelende kinderbrein, zo wordt steeds duidelijker uit onderzoek. Hoe ernstiger het misbruik is, hoe groter de schade op volwassen leeftijd in het brein blijkt te zijn. Vooral als kinderen niemand hebben waar ze zich veilig bij voelen, zijn hun hersenen kwetsbaar voor de impact van een traumatische ervaring als seksueel misbruik. Een kind dat wordt misbruikt, maakt grote hoeveelheden stresshormonen aan. Het hormoonsysteem raakt daardoor ontregeld en hersencellen worden beschadigd of sterven af. Zo zijn de cortex en het corpus callosum - de verbinding tussen de beide hersenhelften - vaak dunner bij volwassenen die als kind seksueel zijn misbruikt. Dat kan leiden tot meer moeite met leren, concentreren, focussen en plannen. Ook dieper gelegen hersengebieden die te maken hebben met geheugen en emoties - de hippocampus en de amygdala -kunnen worden aangetast dit zou kunnen verklaren waarom slachtoffers van seksueel misbruik meer moeite hebben met hechting en het reguleren en benoemen van emoties, vaker last hebben van geheugenverlies en nare herbelevingen, en eerder geneigd zijn zich tijdelijk af te sluiten voor wat er om hun heen gebeurt. Door de toename van de stresshormonen gaan bepaalde genen ook anders werken, met als gevolg dat de productie in de hersenen van sommige boodschappersstoffen als serotonine en dopamine drastisch worden beinvloed. Dat zijn stofjes die zorgen dat we kunnen genieten van dingen en toenadering zoeken tot anderen; mensen die als kind zijn misbruikt, hebben daar vaker moeite mee. Ze hebben een grotere gevoeligheid voor verslavingen aan drugs en alcohol, meer problemen met relaties en een grotere kans op depressie en persoonlijkheidsstroornissen. 



Gelukkig kunnen therapie, goede ervaringen met anderen en zelfreflectie veel ten goede keren, zo blijkt uit onderzoek. In 2002 ontdekte de Amerikaanse psycholoog Glenn Roisman bijvoorbeeld dat mensen die als kind seksueel waren misbruikt, op latere leeftijd beter functioneerden wanneer ze in staat waren het misbruik als onderdeel van hun leven te accepteren en het van een betekenis te voorzien; vaak is dat ook waar in therapie naartoe wordt gewerkt.


Uit: Psychologie magazine oktober 2011

donderdag 29 september 2011

Samenvatting artikel Herstel Empowerment ervaringsdeskundigheid

Annette Plooy heeft een mooi artikel geschreven in 2009 (ik zag dat er nu een boek over is verschenen)
Daarin staan hele mooie beschrijvingen over ervaringsdeskundigheid:
In onderzoek is gebleken dat ervaringsdeskundigen over het geheel genomen de traditionele hulpverlenersrol innemen maar lijkt wel te verschillen in kwaliteit met die van de niet- ervaringsdeskundige collega's. Genoemd wordt dat zaken als gemakkelijker contact maken, een rol model zijn en cliënten beter kunnen aanspreken op pijnlijke gebieden.


Een duidelijke rol van de ervaringsdeskundige is:
Hij brengt een eigen deskundigheid in die zich onderscheidt van professionele expertise, hij ondersteund de empowerment van de cliënt en hij stimuleert de rest van het team om in de hulpverlening af te stemmen op het perspectief en de wensen van de cliënt.

(Mead, Hilton en Curtis (2001) De wezen kenmerken van herstel gerichte peer - support:
Er bestaat een connectie van wederkerigheid is de relatie van deze ondersteuning. De connectie komt voort uit de gedeelde ervaringen van emotionele en psychologische pijn. Dit leidt volgens de auteur tot een diep begrip, dat niet beperkt wordt door de traditionele hulpverlener - patientverhouding.


Solomon (2004)
Ervaringsdeskundigen hebben specifieke kennis over effectieve overlevingsstrategieën en oplossingen in de aanbieding.

zaterdag 24 september 2011

TOED Traject Opleiding Ervaring Deskundigheid

Momenteel volg ik deze cursus bij de Hogeschool van Amsterdam.
Het is even wennen, allerlei mensen met verschillende achtergronden komen bijeen om meer te doen met hun ervaringen. Mensen met een verslavingsverleden, mensen die psychiatrische aandoeningen hebben, een moeder van een zoon die drugsverslaafd is geweest en mensen zoals ik die een traumatische jeugd hebben gehad.
Er wordt les gegeven veelal vanuit cliënten perspectief, hier moet ik af en toe flink een omschakeling maken als hulpverlener.
Wat ik leer is hoe ik mijzelf het beste kan presenteren, wat zeg je wel en wat zeg je niet. Ik leer door ervaringen met elkaar te delen wat je soms beter wel of niet kan zeggen. Hoe andere mensen jou verhaal ervaren.
Wat je gevoel is over zware problematiek en hoe verschillend dit kan zijn met de buitenwereld. Herkennen van omkeer of inzicht momenten tijdens het helingsproces.
Ik merk dat hierover praten samen met andere ervaringsdeskundigen goed is voor mijn ontwikkeling, mijn perspectief.  Ook lukt het mij goed om ruimer over dingen na te denken.
Het is een intensieve cursus doordat je met je eigen verhaal en die van anderen bezig bent een hele dag!
Maar daar pluk ik straks de vruchten van!!

Wat heeft mijn ervaringsdeskundigheid voor meerwaarde?

Ruim drie jaar houd ik het internet en verschillende tijdschriften in de hulpverlening in de gaten 
om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen op het gebied van de inzet van ervaringsdeskundigheid. 
Hierin valt op dat er een ontwikkeling in hulpverleningsland op dit gebied gaande is. 
Binnen de GGZ zijn er verschillende artikelen en onderzoeken aangewijd. In de verslavingszorg wordt het al 
meerdere jaren met succes gebruikt. Op het gebied van seksueel misbruik is er minder ontwikkeling lijkt het. 
Ik heb contact gezocht met MOVISIE, dit is een landelijke organisatie die kennis en advies biedt voor maatschappelijke ontwikkeling, zij hebben mij doorverwezen naar VSK te Nijmegen en Gouda.(Vereniging tegen seksuele 
kindermishandeling binnen het gezin, familie en andere vertrouwensrelaties). 
Binnen deze organisatie werken ze met ervaringsdeskundigen zij geven therapieën en consulten op vrijwillige basis. 
Ik heb correspondentie met VSK gehad en heb adviezen gekregen waar ik een stap mee verder ben gekomen.
Zij hebben mij vanuit hun eigen ervaringen tips gegeven hoe jezelf te presenteren en ik heb een
kwaliteitsdocument ontvangen waarin de kwaliteit en definiëring van ervaringsdeskundigheid
wordt beschreven:
Ervaringsdeskundigen zijn volwassenen die hun ervaringen als slachtoffer hebben verwerkt. En hun
individuele problematiek hebben doorgewerkt. Bovendien zijn zij, door professionele scholing, in
staat hun kennis en ervaring toe te passen in de hulpverlening aan slachtoffers. Zij zijn in staat de
individuele problemen in een maatschappelijke context te plaatsen. Kenmerkend in de attitude is
distantie en nabijheid. Ervaringsdeskundigheid is te zien als een voortgaande ontwikkeling, gevoed
door het vermogen hulpvragen te vertalen in en te toetsen aan methodiek en beleid op drie
verschillende niveaus. Namelijk van hulpvrager, hulpverlener en beleidsmaker. De
ervaringsdeskundige beweegt zich op deze drie niveaus en is daarmee voortdurend in communicatie.


De meerwaarde van ervaringsdeskundige hulpverlening is :
• Het biedt er- en herkenning aan slachtoffers zodat zij denken/ voelen: mijn probleem bestaat
  echt.
• Door herkenning te vinden bij anderen die soortgelijke ervaringen hebben, wordt het
   isolement doorbroken.
• Het biedt veiligheid en vertrouwen, ondermeer door het bieden van structuur en inzicht in
  het hulpverleningsproces en door een sfeer te scheppen waarin ervaringen, gevoelens en
  gedachten vrijuit gedeeld kunnen worden.
• Het maatschappelijke en politieke kader waarin de vaak individueel beleefde problematiek
  wordt geplaatst en geanalyseerd, voorkomt een eenzijdige en verkokerde visie.
• Hulpvragers kunnen zich spiegelen aan positieve identificatiemodellen. De
  ervaringsdeskundige heeft dezelfde problematiek ondervonden en verwerkt. Deze weet hoe
  het voelt en door opleiding hoe het werkt.
• Een ervaringsdeskundige herkent en waardeert overlevingsstrategieën. Het slachtoffer komt
  tot het besef dat ze niet ziek en/of zwak is; je geen slachtoffer blijft, maar de problemen kunt
  overwinnen. Overlevingsstrategieën worden positief gewaardeerd.
• Integratie van ervaringsdeskundigheid in de hulpverlening geeft de hulpverlener een
  menselijk en herkenbaar gezicht.


 Ik ben verder gaan zoeken op het internet en via het Trimbos instituut ben ik nog een interessant
  artikel tegen gekomen waarin een beschrijving van de meerwaarde van ervaringsdeskundigheid
  beschreven wordt.
Door cliënten wordt er aangegeven dat:
• ervaringsdeskundigen over meer inlevingvermogen beschikt dan andere hulpverleners en zij
   zich beter begrepen voelen.
• Ze het contact als gelijkwaardiger ervaren
• Ze de ervaringsdeskundige als rolmodel ervaren.


Daarnaast denk ik dat ik collega's in de hulpverlening kan ondersteunen in hun benaderingswijze naar jongeren met een misbruik verleden. Veelal lukt het mij goed als hulpverlener om naast een jongeren te gaan staan en door een levenservaring het cliëntperspectief beter te kunnen aanvoelen. Dit biedt een bepaalde basishouding die ten goede komt aan de vertrouwensband en het benadrukken van de boodschap: "jij mag er zijn! helemaal! al je mooie en minder mooie kanten!!" Het belang van deze houding zou ik willen uitdragen naar mijn collega's en hoe je tot deze houding komt.

Vereniging tegen Seksueel Misbruik (VSK) Document over kindermishandeling

http://www.vsknederland.nl/images/brondocument%20juni%202009%20def.pdf

Overheidsbeleid rond kindermishandeling juni 2011

Hieronder de link met een pdf bestand over het beleid van de overheid rond kindermishandeling:
http://www.vsknederland.nl/images/supplement%20onderzoek%20overheidsbeleid%20definitief.pdf

wat is seksueel misbruik?

De VSK (Vereniging tegen Seksuele Kindermishandelinghanteert als definitie van seksuele kindermishandeling: ALLE SEKSUELE CONTACTEN
TUSSEN EEN (BIJNA) VOLWASSENE EN EEN KIND, WAARBIJ HET CONTACT TEGEN DE ZIN IS VAN
HET KIND; HET KIND HEEFT HET GEVOEL ZICH NIET AAN DE SEKSUELE CONTACTEN TE KUNNEN
ONTTREKKEN OF DEZE TE KUNNEN WEIGEREN (Van Akkeren en Visser, 2007). Het tweede deel
van de definitie is een toelichting, geen voorwaarde: het kind hoeft niet per se het gevoel te
hebben gehad dat het contact tegen zijn/haar zin was. Volgens de VSK is elk seksueel contact
tussen een (bijna) volwassene en een kind seksuele kindermishandeling, omdat er altijd sprake
is van ongelijke machtsverhoudingen. Het kind kan dus nooit geheel onafhankelijk een keus
maken om wel of niet het contact aan te gaan. De VSK telt alle seksuele contacten mee, in
tegenstelling tot bijvoorbeeld Draijer, die zich alleen richt op aanrakingen. De VSK hanteert
wel een criterium wat betreft leeftijdsverschil: het moet gaan om seksueel contact tussen een
(bijna) volwassene en een kind.



Wat betreft seksuele kindermishandelingkomt er steeds meer aandacht voor subtiele vormen van dwang.
Fysieke dwang, waar vroeger de nadruk op lag, is maar één vorm van dwang, zo maken bijvoorbeeld
Nel Draijer en de VSK duidelijk.
Kinderen kunnen door veel meer factoren het gevoel hebben dat ze seksueel contact
niet kunnen weigeren. Machtsverschillen spelen daarbij een centrale rol. Zodra er
machtsverschillen bestaan, bijvoorbeeld door leeftijdsverschil, een verschil in fysieke kracht
of door een afhankelijkheidsrelatie, is er geen sprake meer van een vrije keus. Onder andere
de VSK stelt heel expliciet dat dit bij kinderen en volwassenen altijd het geval is. Seks tussen
een (bijna) volwassene en een kind is in deze benadering dus altijd misbruik.

wat is kindermishandeling ?

Volgens de Wet op de jeugdzorg (2005) omvat kindermishandeling “ELKE VORM VAN VOOR
EEN MINDERJARIGE (TOT 18 JAAR) BEDREIGENDE OF GEWELDDADIGE INTERACTIE VAN FYSIEKE,
PSYCHISCHE OF SEKSUELE AARD, DIE DE OUDERS OF ANDERE PERSONEN TEN OPZICHTE VAN WIE
DE MINDERJARIGE IN EEN RELATIE VAN AFHANKELIJKHEID OF VAN ONVRIJHEID STAAT, ACTIEF
OF PASSIEF OPDRINGEN, WAARDOOR ERNSTIGE SCHADE WORDT BEROKKEND OF DREIGT TE
WORDEN BEROKKEND AAN DE MINDERJARIGE IN DE VORM VAN FYSIEK OF PSYCHISCH LETSEL.”
Kindermishandeling vindt volgens deze definitie plaats binnen afhankelijkheidsrelaties. Het
zijn daden die voor het kind bedreigend of gewelddadig zijn en die bovendien schade dreigen
te berokkenen. Doorgaans wordt onderscheid gemaakt tussen fysiek en psychisch geweld,
fysieke en psychische verwaarlozing en seksueel misbruik. Dit is ook de indeling die de
Advies- en Meldpunten Kindermishandeling, de AMK’s, gebruiken (Lamers-Winkelman en
anderen, 2007a). Sinds de jaren negentig bestaat er steeds meer aandacht voor kinderen die
getuige zijn van huiselijk geweld.

‘Signalen seksueel misbruik onvoldoende herkend’

21-06-2011

Hulpverleners in de jeugdzorg moeten extra getraind worden om signalen van seksueel misbruik bij kinderen sneller te herkennen. Dat is een van de conclusies van de commissie-Samson, die onderzoek doet naar misbruik in de jeugdzorg van 1945 tot nu.
De commissie- Samson onderzoekt al bijna een jaar, in opdracht van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Veiligheid en Justitie, de aard en omvang van seksueel misbruik in instellingen en pleeggezinnen. De commissie is ingesteld door de oud-ministers André Rouvoet (Jeugd en Gezin) en Ernst Hirsch Ballin (Justitie). Morgen geeft de commissie een officiële toelichting op het onderzoek tot nu toe. Het eindrapport van Samson wordt volgend jaar verwacht.
Geen stem
Seksueel misbruik wordt volgens de commissie nog steeds niet goed opgemerkt. Vroeger kwam dat omdat kinderen werden gezien als lastig en daarom geen stem hadden. Tegenwoordig luisteren hulpverleners wel, maar kunnen ze de verhalen vaak niet geloven.
Volgens voorzitter Rieke Samson-Geerlings is scholing nodig om dit te veranderen. Het moet volgens haar in instellingen normaal worden om te praten over seksualiteit en misbruik. Samson vindt dat hulpverleners moeten beseffen dat kinderen in instellingen zitten omdat er thuis iets is misgegaan.

Mijn werk in combinatie met mijn ervaringen

Wanneer je naar mijn leven kijkt verschilt het niet zoveel met jongeren in de hulpverlening.
Op de website van Huiselijkgeweld.nl staat feitelijk beschreven dat een op de drie vrouwen te maken heeft gehad met seksueel misbruik. Bij een op de zes vrouwen betrof het misbruik door familieleden. Bijna 40% van de vrouwen heeft voor hun zestiende levensjaar een of meerdere negatieve seksuele ervaringen met een familielid. De meest voorkomende leeftijd waarop misbruik voorkomt ligt tussen de acht en twaalf jaar.
Dit is bekend en binnen mijn werk kom ik geregeld jongeren tegen met deze ervaringen.


Ik voel dat ik meer kan doen met mijn eigen ervaringen! Wanneer je een ander zover kan helpen als jezelf bent waarom zou ik niet meer transparantie gebruiken in mijn werk?!
Het grote taboe om hier niet over te praten bestaat nog steeds. Weleens waar niet zoals 50 jaar geleden gelukkig , maar het kan nog opener. In de schaduw groeit negativiteit en in het licht is er plaats voor heling.
Erover praten biedt erkenning aan cliënten.
In de behandeling van cliënten vraag je om openheid, coöperatief te zijn. Wat voor boodschap geef je aan cliënten wanneer je je eigen mens zijn niet verhult? 
Geef ik daarmee de taboe door die wij in onze cultuur hebben over het onderwerp seksueel misbruik?
Het liefste ben ik hierin transparant en open en wil ik mijn ervaringen en verwerking weloverwogen en aansluitend in de behandeling van cliënten inzetten!

Wat is mijn ervaringsdeskundigheid?

Hoe meer ik mij verdiep in het onderwerp ervaringsdeskundige des te meer ik merk dat mijn ervaringen heel breed zijn. Eigenlijk alles wat ik doorwerkt en verwerkt heb uit mijn leven kan ik inzetten. En omdat bepaalde ervaringen overlappende thema's hebben kan ik het breed inzetten.
Mijn leven heeft een trauma in zich, vroeger als kind ben ik seksueel misbruikt geweest door mijn vader. Een zeer complexe en zware jeugd heeft mij dit gebracht. Al mijn kinderjaren heb ik hier niet over gepraat en heb het verdrongen uit mijn leven. Mijn overlevingsmechanisme was mijzelf afsluiten en mijn hoofd afleiden met plezier! Mijn schoolresultaten waren schrikbarend en ik heb een achterstand in mijn ontwikkeling gehad. Sociaal was ik sterk en hier haalde ik ook veel uit, was daarom rebels, opstandig, brutaal en accepteerde geen autoriteit.
Uiteindelijk is het misbruik gestopt door mijn eigen NEE!


Vanaf dat moment was de grens gesteld en is mijn verwerkingsproces begonnen.
Verschillende lagen van verwerking bestaan er weet ik nu.
Eerst kom je toe aan vertellen dan aangifte, het verhoor, het Justitiële proces, het erkenning geven van je eigen gevoelens en het besef dat het allemaal niet normaal was wat er gebeurde. Daarnaast ben ik emotioneel door een achtbaan gegaan en was een periode depressief en leeg.
Gelukkig stond mijn moeder naast mij en heeft de ruimte genomen om haar volledige aandacht aan mij te besteden. Zonder haar was ik waarschijnlijk uit huis geplaatst en in een residentiële instelling opgenomen. Mijn moeder vond liefde de beste heling en kon dit gelukkig ook bieden.
Ik klom steeds meer uit de put en heb besloten voor mijzelf te gaan! Ik heb mij anders opgesteld op school en ben ervan uitgegaan dat ik meer mogelijkheden in mij had!


Iedere fase in mijn leven komen bepaalde dingen terug in de verwerking. Bijvoorbeeld met kinderen krijgen, moeder zijn en beseffen hoe de onschuld van je eigen kind aanvoelt. Ondanks de zwaarte van bepaalde lagen ben ik zeer dankbaar voor hun openbaring. En merk ik dat wanneer ik door iedere laag heen ga het mij krachtiger en wijzer maakt als mens.

Ervaringsdeskundigheid wat is dat eigenlijk precies?

Je zou een onderscheid kunnen maken tussen ervaringspersonen en ervaringsdeskundigen. Ervaringspersonen zijn mensen die slachtoffer/ cliënt/ klant zijn geweest. Ervaringsdeskundigen zijn mensen die hun ervaring als slachtoffer/ client/ klant hebben verwerkt, die hun individuele problematiek als gevolg van hun trauma/ leven hebben doorgewerkt. Zij zijn in staat de individuele problemen in een maatschappelijke context te plaatsen. Kenmerkend in de attitude in distantie en nabijheid.
Ervaringsdeskundigheid is te zien als een voortgaande ontwikkeling, gevoed door het vermogen om de hulpvragen te vertalen in en te toetsen aan methodiek en beleid op drie niveaus en is daarmee voortdurend in communicatie.